Japan: van Osaka naar Himeji tussen robot-restaurants en sekstoys

Drie en een halve maand zijn we onderweg! Thuis klinkt als een andere planeet en een boterham met hagelslag klinkt als een dinsdagmiddag in 1994. Het reizen is inmiddels zo gewoon als ademen en ons bezoek aan de Chinese Muur in februari lijkt ook wel van een andere eeuw. Na Zuidoost-Azië en Nieuw-Zeeland zit ook Australië erop: wat een fantastische en bizarre ervaringen hebben we al opgedaan. Wat een avontuur! Maar, omdat het nou eenmaal belangrijk is dat we onszelf een beetje blijven uitdagen, is het tijd voor weer iets totaal anders! We ruilen de kangoeroes in voor Hello Kitty-knuffelbeesten en de Outback-steaks voor sushi en noedels: we gaan voor een complete cultuurshock in Japan!

Wanneer je voor het eerst in Japan rondloopt is één ding zeker: cultuurshock!

De eerste weeën van de cultuurshock in Osaka

Al jaren heb ik naar dit land uitgekeken! Als negentigste land in mijn verzameling, over uit de hand gelopen hobby’s gesproken, is het dan eindelijk zover. We landen in Osaka en karren meteen lekker door met de trein, waar we precies uitstappen voor de deur van ons kleine hotelletje.
Leefruimte is nogal een dingetje in Japan en vooral in de grote steden is er maar weinig van. We zijn daarom ook niet verbaasd als we zien dat onze hotelkamer niet veel groter is dan een gemiddeld toilet. We lopen door een gang met wel twintig roze metalen deurtjes en denken: ‘wat fijn, we hebben kluisjes!’, maar nee, dat zijn de kamers. Slapen doen we op traditionele futonbedden; overdag gebruik je de rieten matjes om thee te drinken aan een klaptafeltje en ’s avonds gooi je er een groot vouwbaar kussen overheen om op te slapen. In het hoekje staat nog wel een tv, die ongeveer de schermgrootte heeft van een digitaal horloge en er is zelfs een pocketformaat koelkastje. Ik zeg: meer hebben we niet nodig en voor slechts twintig euro slapen Suus, ik en onze portemonnee wel zo lekker. In de stad Osaka bezoeken we het Osaka Kasteel met een prachtig uitzicht over de stad. Ook lopen we door het zakelijke centrum waar alle wolkenkrabbers staan en duizenden Japanners strak in het pak door de straten vliegen.

Dan komen we bij de oudste tempel van heel Japan, Shitteno-ji en wat we daar zien is voor mij wel echt het eerste cultuurshock-momentje van: WTF is happening here? Ik heb al in veel Boeddhistische landen gezien dat mensen bidden en Boeddha even aanraken voor geluk, maar vlak voor mijn neus staat een Japanner die het liever ietsje grondiger aanpakt. Hij wrijft over de kale kop van Boeddha en ‘wast’ daarmee zijn eigen hoofd. Dan raakt hij de ogen aan en ook die van hem zelf, allemaal prima binnen de perken. Dan gaat hij langzaam naar Boeddha’s kontje en wrijft tussen zijn eigen billen. Vreemd? Nee hoor; vreemd wordt het pas als hij Boeddha uitgebreid tussen zijn benen begint te betasten en daarna zijn eigen zak stevig vastpakt en een vredige blik op zijn gezicht krijgt. Ik dacht: die man heeft gewoon seks met Boeddha! Natuurlijk zal het wel goed zijn voor de potentie of whatever, maar laat ik het zo zeggen: als Boeddha mijn dochter was, had ik die vent alle hoeken van de tempel laten zien!
De laatste bestemming van onze city trip is een heiligdom van de Shito, het andere geloof van Japan. In een prachtige Japanse tuin zien we hoe de mensen bidden: ze doneren wat kleingeld en slingeren aan een touw, waardoor er een soort koeienbel klinkt. Dan klappen ze in hun handen en maken een buiging naar de goden. Een beetje goed geluk op reis kan natuurlijk nooit kwaad, dus ik denk: dat ga ik ook even proberen. Yens zijn omgerekend ongeveer een eurocent waard; dus alle munten van één tot tien kieper ik erin en vervolgens doe ik het riedeltje na dat ik net heb gezien bij de meneer voor mij. En nu komt het; dit is echt gebeurd! Een schattig vrouwtje komt aangelopen en geeft Suus haar paraplu, zonder daarbij een woord te zeggen. Wij denken in eerste instantie dat we deze even vast moeten houden voor haar, want ze gaat voor de tempel staan en geeft de bel een slinger. Maar dan loopt ze weg en als wij haar roepen, gebaart ze dat we de paraplu mogen houden. Nog geen vijf minuten later begint het keihard te regenen en lopen Suus en ik samen naar de trein, onder onze gloednieuwe bloemetjesparaplu. Toeval? Ik zeg.. destiny!

Vanaf de bovenste verdieping van het Osaka Kasteel kijken we uit over de stad.

De Japanse eetcultuur: bestelautomaten en doorgeefluikjes

Uit eten gaan in Osaka doe je in de wijk Dotonbori. We pakken de metro en kijken onze ogen uit tussen alle neonlichten en reclameborden, maar wat echt typisch is aan de eetcultuur zijn de gigantische bewegende dierenpoppen aan de gevels. Als je ergens inktvis gaat eten, loop je namelijk eerst onder een reuze-inktvis met een koksmuts door, die waarschijnlijk ook nog allemaal Japanse kreten naar je roept als een soort Samurai. Op aanraden van mijn nichtje Eva eten wij bij Ichiran Dotonbori, een begrip in Osaka. Het enige wat je er kan eten zijn de zogenaamde ramen, noedels op typisch Japanse wijze. Wat heel normaal is voor populaire restaurants is dat je nog even voor de deur moet wachten tot er plek is; zo sluiten we aan in een behoorlijke wachtrij met dranghekken erop en eraan, terwijl een medewerker van Ichiran driftig aan het dirigeren is op welke stoeptegel je precies moet staan. En denk er niet aan om een voetstap te bewegen, want dan wordt er meteen ingegrepen! Halverwege begint het keihard te regenen, waardoor de prachtige bloemetjesparaplu die we gekregen hebben, goed van pas komt.
Als we sneller dan verwacht de hal het restaurant bereiken maken we kennis met de beroemde bestelautomaat. We gooien er geld in, klikken op verlichte knopjes aan wat we willen eten en er wordt en bonnetje uitgeprint. Vervolgens krijgen we een formuliertje om onze voorkeur aan te geven: hoeveel ui, hoe pittig, hoe hard moeten de noedels zijn, je weet wel, de belangrijke kwesties van het leven. Dan worden we door een vriendelijk vrouwtje gedirigeerd naar een bar met allemaal luikjes. Tussen de barkrukken zitten ook nog eens schotten, die je open of dicht kan doen, waardoor je zelf bepaalt hoeveel privacy je nodig hebt. We leveren de bonnetjes en formulieren in en binnen een paar minuten gaan de luikjes open. De kok, wiens gezicht we niet kunnen zien, maakt een handgebaar en een buiging en de luikjes gaan dicht. Eet smakelijk! De ramen zijn heerlijk en de ervaring hadden we niet willen missen. Als je het mij vraagt is het een kwestie van tijd voordat deze robot-restaurants helemaal geen personeel meer hebben!

Ichiran is een must-visit tijdens je bezoek aan Japan. Wat een grappige manier van eten.

Boeddha’s en herten; het stadje Nara in een notendop

Vanaf Osaka bezoeken we één van de mooiste traditionele plaatsen van Japan, het historische stadje Nara. De titel geeft het al een beetje weg, maar bij de eerste stap uit het treinstation wordt duidelijk wat deze plek zo bijzonder maakt: herten. Maar voordat ik daar iets over kan zeggen moet ik even iets uitleggen: Japanners zijn hele aparte wezens. Al dragen ze een pak, al zijn ze 86, al zijn ze de directeur van Samsung: ze zijn van binnen allemaal kleine kinderen. Tekenfilms, poppen, knuffels, stripboeken en zoals ik me ooit heb laten vertellen door een Japans meisje in een Azerbeidzjaanse trein: ‘Japanese people love super CUTE stuff’!
In Nara lopen dus zo’n duizend schattige hertjes rond en als een bezetene rennen die Japanners achter de beestjes aan. Ze kopen eerst een pakje belachelijk dure ‘hertenkoekjes’ en dan laten ze giechelend alles op de grond vallen, omdat ze het stiekem toch best eng vinden. Vervolgens komen er nog meer herten op af en struikelen ze, terwijl de rest van de groep schaterend van het lachen scheve en bewogen foto’s maakt met hun telefoons. Dit is letterlijk wat we de hele dag zien! Uiteindelijk gaan ze naar huis met een herten-selfie, een herten-muts en knuffelbeesten die een soort kruising zijn tussen een Pokémon en een hert, een soort oranje Pikachu met een gewei, want alles moet eruit zien als in een tekenfilm. Al heb ik zelf dan geen herten-selfie; een hele stad vol met die beestjes is wel écht een bezienswaardigheid!

Maar dan nu over naar de Boeddha’s, want ergens tussen alle herten en selfiestick-Samurai’s is nog wel wat meer te zien. Nara heeft namelijk acht tempels die op de werelderfgoedlijst van UNESCO staan, een unicum. Vijf daarvan zijn Boeddhistisch en drie behoren tot het Shintoïsme. In de grootste en meest indrukwekkende staat een gigantische Boeddha, het middelpunt van alle aandacht, mits er even geen herten-selfies gemaakt worden. De Todai-ji, zoals deze tempel heet, is het grootste houten gebouw van de hele wereld!
Een kleinere Shinto-tempel, de mooiste van allemaal, staat midden in het oerwoud en is omgeven door tweeduizend stenen pagodes, wat zorgt voor een sprookjesachtige setting. De tempel zelf is helemaal oranje en hangt vol met honderden lantaarns, prachtig!
Als we terug lopen na een pittig dagje tempel-toeren zijn we behoorlijk bekaf. We pakken de trein terug naar Osaka voor een laatste nachtje in ons kleine roze isoleercelletje en dan is het tijd voor de volgende bestemming: Himeji!

Voor het geval je het bordje niet gezien had, afblijven jij!

Een must-do ervaring: Japanse Love Hotels

In Himeji maken we kennis met een heel apart Japans fenomeen. Online hebben we een kamer geboekt in een zogenaamd ‘love hotel’. Ze worden voornamelijk gebruikt door getrouwde Japanners, die af en toe een scharrel of prostituée oppikken, of een buitenechtelijke relatie hebben. Discretie en geheimhouding staat voorop: er is weinig persoonlijk contact en je kunt zelfs een kamer huren via een betaalautomaat met plaatjes erop. Waarom zouden wij als backpackers daar willen verblijven? Nou, om de simpele reden: dit hotel is bizar goedkoop. Voor 32 euro hebben we in Hotel Carneval een design slaap/lounge-studio met een televisie, zo groot, dat je hem op zijn kant kan leggen om te gebruiken als pingpongtafel. We vallen van de ene verbazing in de andere en lopen dan de badkamer in; zonder dat we het wisten hebben we ook nog een hypermoderne jacuzzi en ook daar weer een flatscreen-televisie. En daar stopt het niet: een Nintendo Wiii, vunzige stripboekjes, dvd’s, een minibar, allerlei crèmetjes en douchespullen, condooms en.. seksspeeltjes! Daar liggen weliswaar verwisselbare accessoires bij voor de hygiëne, maar het idee dat een Japanse oude viezerik zich op intieme plekjes heeft laten domineren door zijn veel jongere secretaresse, geeft ons toch net even het nadeel van de twijfel. Voor speelgoed blijf ik dus maar gewoon bij Intertoys. Waar zijn we beland? Of je nou een orgie of een dagje gamen met je vrienden gepland hebt, of beiden, als je daarvan houdt; in Hotel Carneval zit je goed.
Nu ben ik niet iemand van de ‘kiss and tell’, dus daar ga ik verder niet over uitweiden, maar dit is wel de ideale hotelkamer voor een koppel dat net verloofd is! Als we ’s ochtends wakker worden voor het ontbijt open ik slaperig een luikje en worden twee uitgebreide love-ontbijtjes naar binnen geschoven. Jep, ook een luxe ontbijt is inbegrepen in die belachelijke 32 euro. Japan duur? Welnee. Japan een bizarre, idiote, maar geweldige cultuur? You got it!

Waar ter wereld heb je nou een hotelkamer met spelcomputers en een jacuzzi voor 32 euro?

Het witte sprookjeskasteel van Himeji

De stad Himeji blijkt een hele rustgevende en prettige stad, heel anders dan de drukte van Osaka. We lopen er door grote parken en mooie tuinen, op weg naar het doel van deze tussenstop: het Himeji Kasteel. Dit prachtige witte kasteel is namelijk één van de absolute hoogtepunten van Japan en met een stralende zon en strakblauwe lucht is deze plek waanzinnig om te zien. We beklimmen de heuvel en de trappen van het kasteel voor een spectaculair uitzicht. Ook leren we meer over de geschiedenis van dit kasteel; het is weliswaar maar iets meer dan vierhonderd jaar oud, maar gezien de aardbevingen en bombardementen in WOII is het toch een klein wonder dat dit fraaie optrekje er nog staat.
Vanaf het kasteel maken we een wandeling door de Samurai-tuinen van Koko-en, die eruit zien als het ideale decor van een gemiddelde Aziatische muziekvideo. We verkennen de stad en belanden uiteraard weer in een restaurant voor de heerlijke ‘ramen’, de Japanse specialiteit die onze magen en portemonnees tevreden houdt hier!
Wat ook een uitkomst is voor onze budget-wereldreis is het busticket waarmee we door Japan reizen. Vanavond maken we namelijk voor het eerst gebruik van de vijf-ritten-pas van Willer-Express. Voor honderd euro leggen we daarmee vijf gigantische afstanden af in een super deluxe slaapbus. Het tot nu toe knotsgekke en prachtige Japan ligt aan onze voeten!

De witte reiger, het kasteel van Himeji en wat mij betreft het mooiste kasteel ter wereld.
Theme developed by TouchSize - Premium WordPress Themes and Websites